Mijn kind studeert deze zomer af: wat is de impact op de belastingen die ik als ouder moet betalen?

Mijn kind studeert deze zomer af. Zal dit kind nog ten laste zijn? Dit hangt af van drie factoren. Als het kind ten laste is, geniet u als ouder van een toeslag op uw belastingvrije som, waardoor u minder belastingen zult betalen op uw inkomen van 2024.

Belastingvrije som

Elke belastingplichtige heeft recht op een belastingvrije som van 10.570 euro (aanslagjaar 2025, inkomstenjaar 2024). Op dit bedrag aan inkomsten dienen geen belastingen te worden betaald. Voor kinderen ten laste wordt dit basisbedrag verhoogd als volgt:

Verhoging 1 kind ten laste op 1 januari 2025	+ 1.920 euro
Verhoging 2 kinderen ten laste op 1 januari 2025	+ 4.950 euro
Verhoging 3 kinderen ten laste op 1 januari 2025	+ 11.090 euro
Verhoging 4 kinderen ten laste op 1 januari 2025	+ 17.940 euro
Supplement voor elk kind bovenop het vierde ten   laste op 1 januari 2025	+ 6.850 euro

Daarbovenop is er nog een extra verhoging voor alleenstaanden met één of meerdere kinderen ten laste. Voor aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) bedraagt die extra toeslag 1.920 euro.

Voorbeeld

Jan en Sofie, gehuwd onder het wettelijk stelsel, hebben 3 kinderen. De oudste van de drie, Alyssa, studeert deze zomer af als master Bouwkunde. Een aantal voorwaarden dienen voldaan te zijn opdat Alyssa nog fiscaal ten laste zou zijn van haar ouders voor inkomstenjaar 2024. Als Jan en Sofie alle drie de kinderen ten laste hebben op 1 januari 2025 genieten ze van een verhoging van de belastingvrije som van 11.090 euro. Indien Alyssa omwille van het feit dat ze afgestudeerd is, op zoek gaat naar een eigen job voor de resterende maanden van het jaar en eventueel zelfs alleen gaat wonen voor het jaareinde, zouden de ouders kunnen terugvallen op een verhoging van de belastingvrije som van 4.950 euro voor de andere twee kinderen. 

Drie voorwaarden opdat uw kind fiscaal ten laste zou zijn

Een kind is ten laste wanneer volgende voorwaarden cumulatief voldaan zijn:

1. Het kind moet deel uitmaken van het gezin op 1 januari 2025.

Indien uw kind na zijn/haar studies alleen gaat wonen uiterlijk 31/12/2024, zal hij/zij niet meer ten laste zijn op 1 januari 2025. Deze datum is immers dé dag waarop de situatie wordt beoordeeld. Wanneer uw kind opteert om alleen te gaan wonen eind december 2024, kan het dus interessant zijn om dit nog uit te stellen tot 2 januari 2025 of later.

2. Het kind mag gedurende het kalenderjaar 2024 geen bezoldigingen hebben ontvangen die voor de ouders beroepskosten vormen.

Indien uw kind u heeft geholpen in uw eenmanszaak en hiervoor een bezoldiging ontvangt dewelke van uw winsten/baten aftrekbaar zijn als werkelijke beroepskosten, kan dit kind niet langer beschouwd worden als fiscaal ten laste, ongeacht de hoogte van de bezoldigingen.

3. De netto-bestaansmiddelen mogen een bepaalde grens niet overschrijden.

Het maximumbedrag aan netto bestaansmiddelen (*) bedraagt 7.290 euro voor inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025).

Echter worden de bezoldigingen ontvangen door een kind ingevolge een tewerkstelling met een studenten-arbeidsovereenkomst niet meegeteld voor de berekening van 7.920 euro aan netto bestaansmiddelen ten bedrage van 3.310 euro per jaar.

Ook onderhoudsgelden die uw kind zou ontvangen van uw ex-partner tot een maximaal bedrag van 3.980 euro tellen niet mee als netto bestaansmiddel. Het gedeelte erboven telt voor 80% mee als bestaansmiddel. Tot 3.980 euro aan ontvangen onderhoudsgelden, zal er geen impact zijn op het bedrag dat uw kind mag bijverdienen. Het gedeelte erboven komt wel in aanmerking ten belope van 80% als bestaansmiddel, waardoor de ruimte om zelf bij te verdienen, beperkt wordt.

(*) Het nettobedrag van de bestaansmiddelen wordt bekomen aan de hand van volgende berekening: brutobedrag (**) uit inkomsten als student én uit een vaste tewerkstelling – vrijgestelde eerste schijf voor inkomsten uit een tewerkstelling als student (maximaal vrijgesteld: 3.310 euro voor inkomstenjaar 2024) - forfaitaire kosten (20%, met minimaal 550 euro).

(**) Bruto-belastbaar = alle bruto-inkomsten die uw kind heeft ontvangen, incl. deze uit een vaste tewerkstelling en deze uit een tewerkstelling middels een studentenovereenkomst, verminderd met sociale bijdragen. Dit bedrag is meestal terug te vinden bij "belastbaar inkomen" op de maandelijkse loonfiches die uw kind ontvangt van de werkgever.

Voorbeeld 1

Sofie behaalt haar diploma in Geneeskunde in juni 2024. Gedurende de zoektocht naar een vaste tewerkstelling, helpt ze tijdens de zomermaanden in een lokale supermarkt. Haar bruto bezoldigingen uit deze tewerkstelling als student in deze supermarkt bedragen 1.000 euro. Vanaf oktober gaat ze aan de slag als arts. Ze verdient 2.500 euro bruto per maand. Dit is gedurende het laatste kwartaal van 2024 een totale bruto bezoldiging van 7.500 euro. De totale bruto bezoldiging voor 2024 bedraagt 8.500 euro. Echter wordt tot een bedrag van 3.310 euro aan bezoldigingen uit studentenarbeid niet meegerekend om de netto bestaansmiddelen te berekenen. Het bedrag van 7.500 euro mag verminderd worden met een kostenforfait van 20%, zijnde 1.500 euro. De netto bestaansmiddelen bedragen 6.000 euro. Aangezien de netto bestaansmiddelen onder de grens van 7.920 euro liggen, zal Sofie nog ten laste zijn van haar ouders, op voorwaarde dat ze nog deel uitmaakt van het gezin op 1 januari 2025.

Voorbeeld 2

Sofie behaalt haar diploma in Geneeskunde in juni 2024. Ze verdient 2.500 euro bruto per maand vanaf juli 2024. De totale bruto bezoldiging voor 2024 uit haar prestaties als arts bedragen 15.000 euro. Het bedrag van 15.000 euro mag verminderd worden met een kostenforfait van 20%, zijnde 3.000 euro. De netto bestaansmiddelen bedragen 12.000 euro. Aangezien de netto bestaansmiddelen boven de grens van 7.920 euro liggen, kan Sofie niet meer ten laste zijn van haar ouders in hun aangifte personenbelasting inkomsten 2025 – aanslagjaar 2025.

Voorbeeld 3

Sofie behaalt haar diploma in Geneeskunde in juni 2024. Gedurende de zoektocht naar een vaste tewerkstelling, helpt ze nog een aantal maanden in een lokale supermarkt als student. Haar bruto bezoldigingen uit deze tewerkstelling als student bedragen € 6.000. Vanaf december gaat ze aan de slag als arts. Ze verdient € 2.500 bruto gedurende de maand december. De totale bruto bezoldiging voor 2024 bedraagt € 8.500. Echter wordt tot een bedrag van € 3.310 aan bezoldigingen uit studentenarbeid niet meegeteld om de netto bestaansmiddelen te berekenen. Het bedrag van € 5.190 mag verminderd worden met een kostenforfait van 20%, zijnde € 1.038. De netto bestaansmiddelen bedragen € 4.152. Aangezien de netto bestaansmiddelen onder de grens van € 7.920 liggen, zal Sofie nog ten laste zijn van haar ouders, op voorwaarde dat ze nog deel uitmaakt van het gezin op 1 januari 2025.

© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens

DISCLAIMER Dit artikel werd gepubliceerd/voor het laatst gewijzigd op 17/07/2024 en werd opgesteld conform de op dat moment geldende wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en interpretaties.
Sinds voormelde datum kunnen er zich wijzigingen voordoen waardoor dit artikel verouderde informatie kan bevatten.