- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
Inbreng en het huwelijksvermogensrecht: wat zijn de gevolgen bij een echtscheiding?
Gepost op 23 juni 2023 in Fiscaliteit
Bij het oprichten van een vennootschap denken gehuwde partners vaak niet aan de regels van het huwelijksvermogensrecht. Dit kan nochtans verregaande gevolgen hebben indien bijvoorbeeld na een aantal jaren het huwelijk op de klippen loopt. Waarop moet u zeker op letten bij de inbreng in de vennootschap? Wij onderzoeken de gevolgen in geval u gehuwd bent onder het wettelijk stelsel, een volledig gemeenschapsstelsel of onder een stelsel van scheiding van goederen.
- Inbrengverplichting
- Wettelijk stelsel (al dan niet met huwelijkscontract)
- Algehele gemeenschap
- Stelsel van scheiding van goederen
Inbrengverplichting
Elke vennootschap vereist een inbreng door de aandeelhouders/vennoten. In ruil hiervoor ontvangen de inbrengers aandelen in de vennootschap.
Echter is er een fundamenteel verschil tussen de lidmaatschapsrechten verbonden aan de aandelen (zoals bv. het stemrecht), dat exclusief door het vennootschapsrecht geregeld wordt, en de achterliggende vermogenswaarde die door het huwelijksvermogensrecht beheerst worden.
Veronderstel dat Jan, gehuwd met Sofie onder het wettelijk stelsel in 2021 op 5 mei 2023 een vennootschap ALFA opricht voor zijn beroepswerkzaamheden. Hij tekent in op alle aandelen. Wat zijn de gevolgen als binnen vijf jaar Jan en Sofie gaan scheiden? Kan Sofie in de vereffening- verdeling van de huwelijksgemeenschap rechten laten gelden op de aandelen van ALFA?
Wettelijk stelsel (al dan niet met huwelijkscontract)
In een wettelijk stelsel zijn er steeds drie vermogens, dat van de respectieve partners en een gemeenschappelijk.
We onderscheiden twee hypotheses:
- De inbreng werd gefinancierd vanuit de gemeenschappelijke rekening die Jan en Sofie hadden sinds het huwelijk. In dat geval behoren de aandelen, ondanks het feit dat alle aandelen op naam van Jan ingeschreven werden in het aandelenregister en hij alleen zijn activiteiten uitoefent in ALFA, toch tot de huwelijksgemeenschap. In dat geval zal Jan aan de huwelijksgemeenschap een vergoeding verschuldigd zijn bij ontbinding van die gemeenschap. De vergoeding is niet de waarde van de inbreng in 2023, maar wel die op het tijdstip van de echtscheiding. Als de vennootschap in die jaren een sterke groei heeft gekend, zal de te vergoeden waarde aanzienlijk hoger liggen dan de inbrengwaarde in 2023.
- Jan financierde zijn inbreng in ALFA met gelden die afkomstig waren uit zijn eigen vermogen (“eigen gelden”). Eigen gelden zijn bijvoorbeeld fondsen die Jan verkregen heeft uit een schenking of gelden op een spaarboekje dat hij reeds had voor het huwelijk, of opbrengsten van een verkoop van een woning die hij reeds had voor zijn huwelijk. In dat geval kan Sofie geen aanspraak maken op enige vergoeding voor de waarde van de aandelen. Let op! Jan zal het bewijs moeten leveren dat het effectief “eigen gelden” zijn. Het “eigen” karakter wordt nooit vermoed. Dan rijst uiteraard de vraag op welke wijze dit bewijs kan geleverd worden. Dit kan gebeuren door de overschrijvingsbewijzen van een persoonlijke rekening. Het is dan ook van het grootste belang dat die bewijsstukken zorgvuldig bewaard worden Na tien jaar zal het immers moeilijk of zelfs onmogelijk worden die bankuittreksels alsnog te reproduceren. U kan het desgevallend laten opnemen in de oprichtingsakte. Indien bij oprichting een aantal aandelen ingeschreven werden op naam van Sofie, is er sowieso een vergoeding verschuldigd als Jan die aandelen wenst verwerven na de scheiding.
Algehele gemeenschap
Bij een stelsel van algemeenheid van goederen is alles gemeenschappelijk, en zal Jan steeds een vergoeding verschuldigd zijn aan de huwelijksgemeenschap bij echtscheiding.
Stelsel van scheiding van goederen
Bij een stelsel van scheiding van goederen is de situatie eenvoudiger. In een stelsel van scheiding van goederen is er in principe nooit een gemeenschappelijk vermogen. Als gevolg daarvan is de bewijslast meestal eenvoudiger.
Voornoemde principes beperken zich niet enkel tot de inbreng bij oprichting maar bij alle verhogingen van de initiële inbrengen (kapitaalverhogingen in de NV of uitgifte nieuwe aandelen in de BV).
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens