• Investeert voortdurend in kennis
  • Pro-activiteit
  • Een persoonlijke service
  • Pragmatisch & Dynamisch
  • Uw boekhouding online

Interesse?

Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41 

Kan ik beroep doen op het overbruggingsrecht wanneer ik mijn activiteiten (tijdelijk) moet stopzetten?

Gepost op 24 oktober 2019 in Algemeen

Ondernemen betekent risico nemen. De overheid wil ondernemerschap stimuleren en voorziet daarom een opvangnet voor zelfstandigen wanneer het mis gaat. Zelfstandigen die door omstandigheden hun zelfstandige activiteit (tijdelijk) moeten stopzetten, kunnen gebruik maken van het overbruggingsrecht. Dat betekent dat gedurende een beperkte periode financiële hulp kan verkregen worden en dat de zelfstandige, zonder dat hij sociale bijdragen betaalt, toch een aantal sociale rechten behoudt.

  • Het overbruggingsrecht omvat zowel een uitkering als een gelijkstelling.
  • De zelfstandige dient te voldoen aan enkele algemene voorwaarden, alsook specifieke voorwaarden verbonden aan de situatie waarin het overbruggingsrecht wordt aangevraagd.
  • Er kan tijdens één loopbaan meerdere keren beroep worden gedaan op het overbruggingsrecht.
  • De uitkering van het overbruggingsrecht kan aangevraagd worden bij het sociaal verzekeringsfonds.

Wat is het overbruggingsrecht?

Het overbruggingsrecht is geen traditionele verzekering waarvoor u premies betaalt aan een maatschappij. Het is een sociaal recht voor zelfstandigen en omvat:

  • Een uitkering: De zelfstandige die zijn activiteit een tijdlang of zelfs definitief moet stopzetten, kan gedurende 12 maanden een financiële uitkering ontvangen. Deze uitkering is gelijk aan het minimumpensioen voor zelfstandigen.
  • Een gelijkstelling: De zelfstandige betaalt tijdens deze periode geen sociale bijdragen, maar behoudt gedurende maximaal 4 kwartalen wel een aantal sociale rechten zoals het recht op kinderbijslag, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en geneeskundige verzorging.

Wat zijn de voorwaarden voor het overbruggingsrecht?

Een zelfstandige kan beroep doen op het overbruggingsrecht indien deze:

  • Zijn/haar hoofdverblijfplaats heeft in België
  • onderworpen was aan het sociaal statuut van de zelfstandige gedurende het kwartaal van het vonnis van de faillietverklaring (in geval van faillissement) of van de stopzetting van de activiteit (in geval van collectieve schuldenregeling, gedwongen onderbreking of economische moeilijkheden) en gedurende de drie hieraan voorafgaande kwartalen
  • tijdens deze kwartalen sociale bijdragen verschuldigd was als hoofdberoep
  • voorafgaand aan het kwartaal dat volgt op de stopzetting, gedurende minstens 4 kwartalen effectief bijdragen heeft betaald in de loop van de laatste 16 kwartalen
  • geen enkele beroepsactiviteit meer uitoefent
  • jonger dan 65 jaar is en geen aanspraak kan maken op een vervangingsinkomen

Naast deze algemene voorwaarden, gelden ook specifieke voorwaarden afhankelijk van de situatie waarin de zelfstandige zich bevindt.
Er zijn 4 situaties die waarin de zelfstandige aanspraak kan maken op het overbruggingsrecht:

  • faillissement;
  • collectieve schuldenregeling;
  • gedwongen onderbreking;
  • economische moeilijkheden.

In geval van een persoonlijk faillissement of een faillissement van de vennootschap is de faillietverklaring zelf een bijkomende voorwaarde.
De zaakvoerder, bestuurder of werkend vennoot van de vennootschap die te maken krijgt met een faillissement, kan enkel beroep doen op het overbruggingsrecht op voorwaarde dat deze de functie nog uitoefende op het moment van het faillissement.

De zelfstandige die binnen de 3 jaar na een collectieve schuldenregeling zijn/haar zelfstandige activiteiten heeft stopgezet, kan ook een beroep doen op het overbruggingsrecht. De periode van drie jaar keert terug vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal dat de zelfstandige is gestopt.

Een gedwongen onderbreking of stopzetting houdt in dat het minstens één kalendermaand onmogelijk is om de zelfstandige activiteit tijdelijk of definitief verder te zetten door een natuurramp, een brand, een beschadiging aan bedrijfsgebouwen of bedrijfsuitrusting, een allergie veroorzaakt door het uitoefenen van het beroep of een gebeurtenis met economische impact (zoals langdurige wegenwerken of een belangrijke klant die het contract stopzet).

Ook stopzetting wegens economische moeilijkheden geeft recht op het overbruggingsrecht als de zelfstandige een leefloon ontvangt, wanneer deze de afgelopen 12 maanden werd vrijgesteld van sociale bijdragen of wanneer de inkomsten uit de activiteit tijdens het jaar van stopzetting en het voorgaande jaar lager waren dan 13.847,39 euro (of 6.083,16 euro indien de zelfstandige een meewerkende echtgenoot is). In deze situatie is de duur van het overbruggingsrecht verbonden aan het aantal kwartalen waarvoor pensioenrechten werden opgebouwd.

Hoe vaak kan ik beroep doen op het overbruggingsrecht?

De zelfstandige kan verschillende keren beroep doen op het overbruggingsrecht zolang de totale duur van die periodes gedurende de beroepsloopbaan niet langer is dan 12 maanden voor wat betreft de maandelijkse uitkering en 4 kwartalen voor wat betreft de sociale rechten. De reden voor het overbruggingsrecht is daarbij van geen belang. Heeft de zelfstandige bijvoorbeeld naar aanleiding van een brand al 6 maanden een uitkering ontvangen, dan heeft deze op een later moment, bijvoorbeeld naar aanleiding van een faillissement, nog recht op de overige 6 maanden uitkering.

Sinds 1 juli 2019 geldt er een uitzondering op deze cumulatieve grens. Voor wie al minstens 15 jaar pensioenrechten heeft opgebouwd als zelfstandige, wordt de maximale toekenningsduur van het overbrugginsrecht verdubbeld: maximaal 24 maanden inzake financiële uitkering en maximaal 8 kwartalen voor de sociale rechten. De maximale toekenningsduur per afzonderlijk feit blijft wel beperkt tot 12 maanden uitkering en 4 kwartalen behoud van rechten.

Hoe kan ik een uitkering van het overbruggingsrecht aanvragen?

De uitkering van het overbruggingsrecht kan aangevraagd worden bij het sociaal verzekeringsfonds. De aanvraag moet ingediend zijn vóór het einde van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal van het vonnis van faillietverklaring, van het begin van de gedwongen onderbreking of van de stopzetting.

Wens je meer informatie over dit onderwerp? Aarzel dan niet om ons te contacteren! Onze experts staan voor je klaar!

 © CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief