- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
Kleine ondernemingen en hun btw-aangifte: hoe wordt de omzetdrempel berekend?
Gepost op 30 augustus 2024 in Fiscaliteit
Kleine ondernemingen kunnen van btw worden vrijgesteld: ze moeten geen btw aanrekenen op hun diensten of de verkopen van hun goederen, maar mogen evenmin de btw die ze zelf betalen op hun aankopen, aftrekken. Kortom, ze moeten geen btw-aangifte doen. Voor de btw is een onderneming ‘klein’ als ze een omzet haalt van minder dan 25.000 euro (exclusief btw) op jaarbasis.
Drempel van 25.000 euro
Kleine ondernemingen zijn ondernemingen die een omzet hebben die minder bedraagt dan 25.000 euro per kalenderjaar. Het lijkt op het eerste zicht eenvoudig om deze drempel te berekenen: de omzet van alle afzonderlijke handelingen bij elkaar optellen.
Helaas is het zo eenvoudig niet. Sommige handelingen worden immers uitdrukkelijk uit de berekening gesloten. Een onderneming kan dus een omzet hebben van 40.000 euro (waarbij alle handelingen worden meegeteld), maar toch een kleine onderneming zijn, omdat voor de berekening van de drempel enkele handelingen buiten beschouwing worden gelaten, waardoor de relevante omzet slechts 20.000 euro bedraagt (= onder de drempel van 25.000 euro).
Voor de berekening van de omzet wordt rekening gehouden met:
- Alle handelingen die aan de btw zouden zijn onderworpen indien ze verricht werden door een belastingplichtige onderworpen aan de normale btw-regeling.
- De in het btw-wetboek vrijgestelde handelingen inzake uitvoer en intracommunautaire leveringen.
- Handelingen met betrekking tot onroerende goederen (vrijgestelde onroerende verhuur).
- Handelingen van verzekering en herverzekering.
- Financiële handelingen.
Voor de berekening van de omzet wordt geen rekening gehouden met:
- De overdracht van bedrijfsmiddelen.
- De in het btw-wetboek vrijgestelde handelingen (o.a. ''therapeutische handelingen van artsen'') m.u.v. voornoemde handelingen m.b.t. onroerende goederen.
Handelingen die plaats vinden in het buitenland.
Voorbeeld
Een huisarts verricht ook niet-therapeutische prestaties, zoals bv. bloedafnames in het kader van een alcoholcontrole of het verrichten van een medisch onderzoek in opdracht van een levensverzekeringsmaatschappij.
De therapeutische prestaties bedragen 120.000 euro op jaarbasis, de niet-therapeutische prestaties 17.000 euro. De arts kan opteren voor de vrijstellingsregeling kleine ondernemingen. De 120.000 euro therapeutische prestaties worden niet in rekening gebracht om het grensbedrag te bepalen.
Stel dat dezelfde arts naast zijn therapeutische prestaties (120.000 euro) en niet-therapeutische prestaties (17.000 euro) ook nog een aantal ruimtes in zijn beroepsmatig gebouw zou verhuren aan collega-artsen voor 20.000 euro op jaarbasis, kan niet langer gekozen worden voor de vrijstellingsregeling kleine ondernemingen. De omzet van 17.000 euro uit niet-therapeutische handelingen wordt verhoogd met de 20.000 euro huurinkomsten. De drempel van 25.000 euro is overschreden.
Regeling 'kleine onderneming' is niet verplicht, maar een optie!
Het toepassen van de regeling van de kleine onderneming is niet verplicht. Met andere woorden: een onderneming die een omzet heeft lager dan 25.000 euro, kan ook kiezen om niet te opteren voor de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen. Dan zijn de gewone regels van toepassing. Bij aanvang van de activiteiten zal voor een btw-stelsel geopteerd dienen te worden bij het indienen van de aangifte e604A.
Overschrijding van de drempel
Indien, ten gevolge van de stijging van het omzetcijfer, de onderneming de 25.000 euro in de loop van het jaar overschrijdt, dient deze het bevoegde team beheer KMO daarvan in kennis te stellen per aangetekende brief of via indiening van het formulier e604B. De onderneming wordt dan meteen (vanaf de overschrijdende handeling) onderworpen aan de normale regeling van de belasting. Deze handeling dient in haar geheel te worden belast.
Indien de overschrijding uitzonderlijk is, behoudt de onderneming ingevolge een administratieve tolerantie het voordeel van de vrijstelling wanneer het bedrag van het omzetcijfer, in de loop van een kalenderjaar, niet hoger is dan 27.500 euro (bedrag van het maximaal omzetcijfer, verhoogd met 10%).
Voorbeeld
Stel dat je een omzet hebt van 24.500 euro. Als je op dat moment iets verkoopt van meer dan 500 euro, waardoor je de drempel van 25.000 dus gaat overschrijden, dan moet je daar meteen al btw op aanrekenen.
Van vrijstellingsregime naar gewoon regime
De vrijstellingsregeling is optioneel. De onderneming mag altijd terug vrijwillig overschakelen naar de normale BTW-regeling. Deze wijziging heeft uitwerking vanaf het verstrijken van de maand volgend op deze waarin de aangifte tot wijziging is gedaan. Maar wanneer de onderneming de btw-vrijstellingsregeling verlaat, kan deze pas terug aangevraagd worden vanaf 1 januari van het derde jaar dat volgt op de verandering van de regeling.
Voorbeeld
Breng je de BTW-administratie op de hoogte van een vrijwillige wijziging van de vrijstellingsregeling naar het gewoon regime op 19 oktober, dan gaat de gewone regeling in vanaf 1 december.
Van gewoon regime naar vrijstellingsregime
Een overgang van een gewoon btw-regime naar het vrijstellingsregime voor kleine ondernemingen, kent twee mogelijke instapdata:
- 1 juli jaar X+1: aanvraag indienen vóór 1 juni van jaar X+1 via het formulier e604B
- 1 januari jaar X+1: aanvraag indienen vóór 15 december van jaar X via formulier e604B
Aanvang activiteit tijdens het jaar
Voor ondernemingen die een activiteit aanvangen in de loop van een kalenderjaar, moet het drempelbedrag van 25.000 euro proportioneel verminderd worden a rato van het aantal kalenderdagen verstreken tussen 1 januari van het betrokken kalenderjaar en de datum van de aanvang van de activiteiten.
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens