- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
Vennootschapsverlies ten laste genomen door bedrijfsleider: aftrekbare kost?
Gepost op 10 januari 2025 in Fiscaliteit
Als bedrijfsleider van een vennootschap kunt u verliezen van uw vennootschap fiscaal in aftrek nemen als beroepskosten. Hiertoe dienen wel een aantal voorwaarden in acht te worden genomen. Zo dient de tenlasteneming door de bedrijfsleider te geschieden middels de onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een som, dewelke door de vennootschap volledig wordt aangewend voor de aanzuivering van haar verliezen. Tenslotte geschiedt de tenlasteneming van het verlies ook met het oog op het behoud van beroepsinkomsten welke de bedrijfsleider periodiek uit de vennootschap verkrijgt.
Betaling van een som
De tenlasteneming dient te gebeuren middels een werkelijke betaling vanwege de bedrijfsleider in speciën (cash of overschrijving).
Uit eerdere rechtspraak kan worden afgeleid dat volgende handelingen niet in aanmerking komen als ''betaling van een som'':
- Bedrijfsleider stelt zich borg voor schulden van de vennootschap;
- Overname tegen nominale waarde van een dubieuze vordering (met lagere marktwaarde); die de vennootschap op een derde bezit;
- Bedrijfsleider draagt activa over aan de vennootschap tegen te lage prijs;
- Afstand van schuldvordering van bedrijfsleider op vennootschap;
- Aanzuivering van verliezen door vermindering van maatschappelijk kapitaal.
Aanwending rekening-courant
De fiscale administratie is steevast van oordeel dat een openstaande vordering van een bedrijfsleider op een vennootschap (rekening-courant) die vervolgens wordt aangewend ter aanzuivering van een verlies van de vennootschap, geen onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een som is, doch louter een boekhoudkundige fictie. Het Hof van Cassatie volgt dit standpunt is in haar uitspraak van 30 november 2023. Zo oordeelt het Hof dat een tenlasteneming op onrechtstreekse wijze – een boeking op de debetzijde van de rekening-courant van de bedrijfsleider – niet voldoet aan de voorwaarde inzake ‘onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een som’. In tweede instantie vroeg het Hof van Cassatie of dit standpunt niet in strijd is met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. Het Hof van Cassatie zag een mogelijke discriminatie tussen enerzijds een bedrijfsleider die vennootschapsverliezen aanzuivert middels de onherroepelijke afstand van een schuldvordering op de vennootschap d.m.v. de debitering van de rekening-courant én hierbij niet voldoet aan de aftrekvoorwaarden en anderzijds een bedrijfsleider die de gelden ter beschikking stelt aan de vennootschap, die wel voldoet aan de aftrekvoorwaarden.
Volgens het Grondwettelijk Hof (28 november 2024) is het niet discriminerend dat voor de aftrek als beroepskost van ten laste genomen vennootschapsverliezen vereist is dat de bedrijfsleider een betaling in speciën heeft verricht en bijgevolg een debitering van de rekening-courant niet volstaat.
Betaling is onherroepelijk en onvoorwaardelijk
De betaling moet een definitief karakter hebben. In die zin is een betaling onder beding van heropleving van een schuld bij betere omstandigheden niet ''onherroepelijk'' en zijn opschortende en ontbindende voorwaarden gekoppeld aan de betaling niet ''onvoorwaardelijk''.
Behoud van periodieke beroepsinkomsten
De bedrijfsleider moet voorheen al "beroepsinkomsten'' uit de vennootschap verkregen hebben.
Het hof van beroep te Antwerpen stelde een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof (20 november 2019) betreffende het begrip ''beroepsinkomsten". Het hof wou weten of het begrip "beroepsinkomsten'' beperkt moet worden geïnterpreteerd tot enkel bedrijfsleidersbezoldigingen of ook andere beroepsinkomsten zoals loon en winsten in aanmerking kunnen worden genomen. Het Grondwettelijk Hof duikt in de voorbereidende werken en stelt vast dat de bedoeling van de wetgever wel degelijk was om de aftrek maar toe te staan met het oog op het behoud van de bezoldigingen die zij periodiek ontvangen wegens de in de vennootschap uitgeoefende activiteiten. Zo zal een bedrijfsleider die een onbezoldigd mandaat uitoefent maar daarnaast ook nog prestaties factureert vanuit zijn/haar éénmanszaak aan de vennootschap, de verliezen fiscaal niet kunnen inbrengen als beroepskosten.
Periodiek
De beroepsinkomsten die de bedrijfsleider in het verleden heeft genoten, dienen een regelmatig karakter te hebben. Zo zal een éénmalige uitkering van een tantième niet voldoen aan deze voorwaarde.
Wanverhouding
De bedoeling van de tenlasteneming door de bedrijfsleider moet erop gericht zijn in de toekomst periodieke beroepsinkomsten te kunnen blijven genieten. Volgens de fiscus dient het ten laste genomen bedrag in verhouding te staat tot het bedrag van de genoten beroepsinkomsten. Het hof van Cassatie fluit de fiscus op dit punt terug en oordeelt dat een wanverhouding tussen het bedrag van het verlies dat ten laste wordt genomen en de periodieke beroepsinkomsten, geen reden is om de aftrek te weigeren. Het kan wel een belangrijk element vormen in de beoordeling of de tenlasteneming geschiedt met het oog op het behoud van de beroepsinkomsten. De belastingplichtige dient het bewijs te leveren dat voldaan is aan de intentionaliteitsvoorwaarde of m.a.w. dient de belastingplichtige het bewijs te leveren dat de tenlasteneming van het verlies van de vennootschap gedaan is met de intentie om belastbare beroepsinkomsten te behouden of te verkrijgen.
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens