- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
Wie betaalt het best de meubels van mijn thuiskantoor?
Gepost op 28 februari 2024 in Fiscaliteit
Wanneer een deel van de privéwoning verhuurd wordt aan een onderneming als kantoorruimte, is het van belang om te overwegen wie het beste de kosten voor het meubilair op zich neemt. Fiscaal gezien is het een afweging tussen ofwel de vennootschap de meubels laten aankopen, ofwel privé de meubels aanschaffen en verhuren aan het bedrijf.
De vennootschap koopt de meubels
Als de vennootschap de meubels aanschaft, gelden de afschrijvingen als aftrekbare kosten voor de vennootschapsbelasting. De fiscus hanteert doorgaans een afschrijvingstermijn van tien jaar voor meubels, maar een kortere termijn kan worden aanvaard mits economisch gerechtvaardigd.
Vanaf 1 januari 2020 zijn degressieve afschrijvingen niet langer toegestaan voor investeringen in de vennootschapsbelasting. De vennootschap heeft recht op de gewone investeringsaftrek van 8% bij aankoop van nieuwe meubels (mits uitsluitend beroepsmatig gebruik). Een eventuele meerwaarde bij latere verkoop van de meubels is belastbaar in de vennootschapsbelasting.
Wat betreft btw kan de vennootschap in principe de btw op de aankoop van het meubilair terugvorderen, tenzij deze niet-btw-plichtig of vrijgesteld is, zoals bij een kleine onderneming.
Voorbeeld
Inrichting kantoorruimte voor een bedrag van 10.000 euro excl. 21% btw. De factuur wordt opgemaakt op naam van uw vennootschap. De 2.100 euro btw kan volledig gerecupereerd worden via uw periodieke btw-aangifte. Elk jaar komt 1/10de van het investeringsbedrag in kosten. Zo bespaart u jaarlijks 250 euro aan vennootschapsbelasting (of 200 euro indien verlaagd tarief van 20% van toepassing).
Bovendien kunt u als kleine vennootschap ook genieten van een investeringsaftrek van 8% in het jaar van investering. Zo zal 10.000 x 0,08 = 800 euro in mindering worden gebracht van uw belastbare basis. Dit zorgt voor een bijkomende belastingbesparing van 200 euro (of 160 euro indien verlaagd tarief van 20% van toepassing). Bij een latere verkoop met meerwaarde, zal de meerwaarde wel volledig belastbaar zijn.
De meubels worden privé aangekocht en verhuurd aan de vennootschap
Wanneer de meubels privé aanschaft worden en verhuurd aan de vennootschap, wordt het gedeelte van de huur dat gerelateerd is aan het meubilair beschouwd als roerend inkomen. Dit inkomen wordt belast tegen een afzonderlijk tarief van 30%, plus gemeentebelasting. Het belastbaar bedrag wordt bepaald door de brutohuur min bewezen kosten voor het verkrijgen of behouden van deze inkomsten, waarbij een forfaitaire kostenaftrek van 50% kan worden toegepast als er geen kosten worden bewezen.
Voor de vennootschap is de roerende huur in principe volledig aftrekbaar als beroepskosten. De aftrek kan echter herleid worden als de fiscus kan aantonen dat de huur "op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overschrijdt".
Voor roerende huur is de algemene antimisbruikbepaling voor herkwalificatie in bedrijfsleidersbezoldigingen niet van toepassing, ongeacht de hoogte van het bedrag. Wel dient opgemerkt te worden dat een te hoge vergoeding door de fiscus beschouwd kan worden als een verdoken bedrijfsleidersbezoldiging.
Wat betreft btw wordt roerende verhuur in principe niet beschouwd als een economische activiteit waarvoor de verhuurder-particulier btw-plichtig wordt. Er wordt geen btw gerekend op de huur, maar daar staat tegenover dat de btw op de meubels niet kan worden teruggevorderd.
Voorbeeld
Inrichting kantoorruimte voor een bedrag van 10.000 euro excl. 21% btw. De factuur wordt opgemaakt op persoonlijke naam van de bedrijfsleider. Hij kan de 2.100 euro aan btw niet recupereren in een btw-aangifte. Hij kan de meubels wel verhuren aan de vennootschap. Stel dat de bedrijfsleider 100 euro/maand vraagt voor de huur van het meubilair. Deze 1.200 euro op jaarbasis is een aftrekbare kost voor de vennootschap. Zo bespaart de vennootschap jaarlijks 300 euro aan vennootschapsbelasting (of 240 euro indien verlaagd tarief van 20%). De bedrijfsleider zal belast worden op deze inkomsten. Er geldt een vast tarief van 30%, maar met een kostenaftrek van 50%. De 1.200 euro bruto op jaarbasis wordt herleid tot 600 euro netto. Hierop wordt 30% RV toegepast, wat de totale persoonlijke belasting op 180 euro brengt (excl. gemeentebelasting). De netto-inkomst voor de bedrijfsleider bedraagt zo 1.020 euro op jaarbasis (excl. gemeentebelasting).
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens