- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
Wat als uw medeaandeelhouder zijn aandelen wil verkopen?
Gepost op 10 november 2021 in Algemeen
In vennootschappen waar er meerdere aandeelhouders zijn, kan het voorkomen dat een van deze aandeelhouders zijn of haar aandelen wenst te verkopen. Wat zijn de rechten en de plichten van de medeaandeelhouders? Moeten zij hiermee instemmen? En wat als zij weigeren?
- Of de medeaandeelhouders hun toestemming moeten geven, hangt af van wat al dan niet in de statuten werd opgenomen.
- Bij weigering zijn verschillende scenario’s mogelijk.
Instemming van medeaandeelhouder(s)
Indien niet werd opgenomen in de statuten of de medeaandeelhouder al dan niet zijn toestemming moet geven, geldt de wettelijke regeling (art. 5:63 in het WVV). Bepalend hierbij is de hoedanigheid van de potentiële koper: de regel is dat ten minste 50% van de aandeelhouders die samen ten minste 75% van de andere aandelen bezitten, moeten instemmen met de verkoop. Een uitzondering op deze regel wordt gemaakt als de potentiële koper ofwel een andere aandeelhouder is ofwel directe familie van de aandeelhouder die zijn aandelen wenst te verkopen. Onder directe familie worden de echtgeno(o)t(e), wettelijk samenwonende partner of bloedverwant in rechte lijn (bv. (groot)ouders of (klein)kinderen) verstaan, voor een feitelijk samenwonende partner wordt geen uitzondering gemaakt.
Aangezien bovenstaande wettelijke regeling van zogenaamd aanvullend recht is, kan hiervan afgeweken worden in de statuten. In het oude vennootschapsrecht kon de wettelijke regeling enkel verstrengd worden in de statuten, maar nu zijn ook versoepelingen mogelijk. Zo kan in de statuten bepaald worden dat de instemming van de medeaandeelhouder(s) nooit of net altijd nodig is, alsook kan de categorie van personen waarvoor instemming niet nodig is uitgebreid of beperkt worden.
Indien instemming vereist is, moet deze bewezen worden aan de hand van een geschreven stuk. Aan de vorm en inhoud van dit geschreven stuk zijn evenwel geen voorwaarden verbonden.
Wat gebeurt er bij weigering?
Wanneer de verkoop van de aandelen geweigerd wordt, moet deze weigering niet noodzakelijk onderbouwd worden. Bovendien is het voor de weigeraar(s) ook niet verplicht om een alternatief voor te stellen, zoals bijvoorbeeld het zelf aankopen van de aandelen. In het kader van een eventuele gerechtelijke procedure kan het echter wel raadzaam zijn om een verantwoording te formuleren.
Indien er niets in der minne geregeld kan worden, kan de aandeelhouder die de aandelen wenst te verkopen namelijk steeds naar de voorzitter van de bevoegde ondernemingsrechtbank stappen. Deze rechter moet dan oordelen of de weigering gegrond is of niet. Als hij de weigering gegrond vindt, kan de verkoop niet doorgaan. Indien hij oordeelt dat de weigering ongegrond is, geldt zijn vonnis als instemming, tenzij de potentiële koper zijn aanbod intrekt. Daarnaast kan de medeaandeelhouder eventueel een vordering tot uittreding starten, waarbij zijn aandelen verplicht door de andere aandeelhouder(s) overgenomen moeten worden tegen een door de rechter bepaalde prijs.
Om een gerechtelijke procedure te vermijden, kan het daarom interessant zijn om ook in de statuten op te nemen wat er gebeurt indien de andere aandeelhouders de verkoop afwijzen. Zo kan bijvoorbeeld beschreven worden dat de aandelen door de andere aandeelhouders moeten worden overgenomen tegen een vooraf bepaalde of te bepalen prijs of dat door hen een andere koper moet gevonden worden.
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens