- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
De toeslag op de belastingvrije som voor zorgbehoevende personen ten laste van 65 jaar of ouder
Gepost op 29 oktober 2021 in Fiscaliteit
Tot aanslagjaar 2021 wordt in het WIB 92 een toeslag op de belastingvrije som toegekend aan de belastingplichtige voor elke ascendent of zijverwant tot en met de tweede graad die te zijnen laste is en minstens 65 jaar oud is. Vanaf aanslagjaar 2022 wordt deze maatregel aangepast om de zorg voor de oudere, bij de belastingplichtige inwonende naaste familieleden beter te waarderen:
- Om van de nieuwe regeling te genieten, zal de betrokken persoon ten laste ook als zorgbehoevend moeten worden beschouwd.
- Het bedrag van het belastingvoordeel zal verhoogd worden.
- Een overgangsregeling werd voorzien voor de jaren 2022 tot 2025.
Voorwaarden
Het naaste familielid waarvoor de belastingplichtige-mantelzorger een toeslag op de belastingvrije som toegekend kan krijgen, moet aan volgende voorwaarden voldoen:
- Het familielid moet een ascendent (ouder, grootouder enz.) of een zijverwant tot en met de tweede graad (broer, zus) zijn van de belastingplichtige.
- Het familielid moet ten laste zijn van de belastingplichtige: hij/zij moet deel uitmaken van zijn/haar gezin op 1 januari van het betreffende aanslagjaar, mag niet meer dan een maximumbedrag aan nettobestaansmiddelen hebben en mag geen bezoldigingen verkrijgen die voor de belastingplichtige beroepskosten zijn.
- Het familielid moet de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben op 1 januari van het betreffende aanslagjaar.
- Het familielid moet als zorgbehoevend worden beschouwd op 1 januari van het betreffende aanslagjaar.
Met ‘zorgbehoevend’ worden de personen bedoeld voor wie de graad van zelfredzaamheid op minstens 9 punten werd vastgesteld volgens het ministerieel besluit van 30 juli 1987. De zorgbehoevendheid moet worden vastgesteld door de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid, Medex, de adviserend geneesheer bij het ziekenfonds of een gelijkwaardige instelling of persoon uit een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte. Anders dan bij een handicap, moet de zorgbehoevendheid niet noodzakelijk vastgesteld worden voor de leeftijd van 65 jaar of voortvloeien uit feiten die voor deze leeftijd hebben plaatsgevonden.
Verhoogd bedrag
In de regeling die van toepassing is tot en met aanslagjaar 2021, bedraagt de toeslag op de belastingvrije som 1.740 euro (basisbedrag).
In de nieuwe regeling die van toepassing zal zijn vanaf aanslagjaar 2022, wordt dit bedrag verhoogd met 50% tot 2.610 euro (basisbedrag).
In het geval dat de zorgbehoevende persoon ten laste als gehandicapt in de zin van art. 135, WIB 92 wordt beschouwd, wordt hij niet voor twee gerekend, in tegenstelling tot kinderen en ‘andere personen ten laste’ (art. 132, tweede lid, WIB 92).
Overgangsregeling
Toepassing van de hoogste toeslag op de belastingvrije som
Voor belastingplichtigen die een ascendent, broer of zus ten laste hebben die voor aanslagjaar 2021 ten laste was volgens art. 132, eerste lid, 7° WIB 92, wordt een overgangsregeling voorzien. De oude regeling blijft dan voor de jaren 2022 tot 2025 behouden als de toeslag op de belastingvrije som die kan worden toegekend, hoger is.
Deze belastingplichtigen hebben recht op:
- het bedrag van 1.740 euro (basisbedrag);
- de verdubbeling voor handicap;
- een berekening van de bestaansmiddelen waarbij een bedrag van 14.500 euro (basisbedrag) aan pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen als bedoeld in art. 34, WIB 92, buiten beschouwing wordt gelaten.
Zonder overgangsregeling
Belastingplichtigen die een ascendent, broer of zus ten laste hebben die minstens 65 jaar is, maar niet zorgbehoevend is en voor wie de overgangsregeling niet van toepassing is, heeft recht op de toeslag van de belastingvrije som voor ‘andere personen ten laste’ van 870 euro (basisbedrag). Het familielid moet deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar en mag tijdens het belastbaar tijdperk persoonlijk geen bestaansmiddelen van meer dan 1.800 euro netto (basisbedrag) verkregen hebben.
Bij de berekening van deze bestaansmiddelen mag de eerste schijf van 14.500 euro aan pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen niet buiten beschouwing worden gelaten.
Concrete voorbeelden
Voorbeeld 1: naast familielid dat zorgbehoevend is
Op 1 januari 2022 heeft een belastingplichtige zijn zus ten laste die ouder is dan 65 jaar en sinds 2021 als ‘zorgbehoevend’ wordt beschouwd. De belastingplichtige heeft voor aanslagjaar 2022 recht op een toeslag op de belastingvrije som van 2.610 euro (nieuwe regeling).
Indien de zus al voor aanslagjaar 2021 ten laste was en op 1 januari 2021 minstens 65 jaar was, komt de belastingplichtige in aanmerking voor de overgangsregeling. De vergelijking moet dus worden gemaakt met de toeslag op de belastingvrije som volgens de oude regeling: volgens de oude regeling zou de belastingplichtige recht hebben op een toeslag van 1.740 euro. Aangezien de toeslag op de belastingvrije som volgens de nieuwe regeling hoger ligt, zal deze worden toegekend voor aanslagjaar 2022.
Voorbeeld 2: naast familielid dat niet zorgbehoevend is
Op 1 januari 2022 heeft een belastingplichtige zijn grootmoeder ten laste die ouder is dan 65 jaar maar niet als zorgbehoevend wordt beschouwd.
- De grootmoeder was voor aanslagjaar 2021 niet ten laste: de belastingplichtige heeft recht op een toeslag op de belastingvrije som van 870 euro (toeslag voor ‘andere personen ten laste’). Bij de berekening van de nettobestaansmiddelen mag de eerste schijf van 14.500 euro aan pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen niet buiten beschouwing worden gelaten.
- De grootmoeder was voor aanslagjaar 2021 ten laste en was op 1 januari 2021 minstens 65 jaar oud (overgangsregeling): de belastingplichtige heeft voor de jaren 2022 tot 2025 recht op de toeslag op de belastingvrije som volgens de oude regeling (1.740 euro), aangezien deze hoger is dan de nieuwe regeling. Verder mag bij de berekening van de nettobestaansmiddelen de eerste schijf van 14.500 euro aan pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen buiten beschouwing worden gelaten.
Voorbeeld 3: gehandicapt naast familielid dat zorgbehoevend is
Op 1 januari 2022 heeft een belastingplichtige zijn vader ten laste die ouder is dan 65 jaar en voorheen al als gehandicapt werd beschouwd ten gevolge van feiten die voor de leeftijd van 65 jaar plaatsvonden en vastgesteld werden. De vader wordt vanaf 1 januari 2022 ook als zorgbehoevend beschouwd.
- De vader was voor aanslagjaar 2021 niet ten laste (nieuwe regeling): de belastingplichtige heeft recht op een toeslag op de belastingvrije som van 2.610 euro.
- De vader was voor aanslagjaar 2021 ten laste en was op 1 januari 2021 minstens 65 jaar oud (overgangsregeling): de belastingplichtige heeft omwille van de verdubbeling omwille van een handicap voor de jaren 2022 tot 2025 recht op een toeslag op de belastingvrije som van 1.740 x2 = 3.480 euro. In dit geval is de oude regeling dus voordeliger en kan deze toegepast worden. Bij de berekening van de nettobestaansmiddelen mag ook de eerste schijf van 14.500 euro aan pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen buiten beschouwing worden gelaten.
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens