- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
CORONA UPDATE – De verplichte telewerkaangifte
Gepost op 20 april 2021 in Algemeen
Sinds 1 april 2021 zijn werkgevers verplicht om een maandelijkse aangifte te doen bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) van het totaal aantal werknemers per vestiging en het aantal werknemers die hun functie onmogelijk van thuis uit kunnen uitoefenen.
De aangifte moet maandelijks uiterlijk de 6de werkdag van die maand de RSZ bereiken. De eerstvolgende melding moet dus gebeuren op 6 mei 2021.
- Alle werkgevers, behalve werkgevers in sectoren die verplicht gesloten zijn, moeten een aangifte indienen.
- Het aantal personen die werkzaam zijn binnen de onderneming en het aantal personen met een niet-telewerkbare functie moeten doorgegeven worden in de aangifte.
- Op basis van het Sociaal Strafwetboek hebben de sociale inspectiediensten de bevoegdheid om toe zien op de naleving van coronamaatregelen en indien nodig te bestraffen met sancties van niveau 2.
Wie moet een telewerkaangifte indienen?
De verplichting geldt voor alle werkgevers, zowel voor private organisaties als openbare besturen en overheidsorganisaties. Buitenlandse ondernemingen zonder vestiging in België zijn vrijgesteld.
Werkgevers die op de dag waarop de aangifte moet worden ingediend, verplicht gesloten zijn moeten geen aangifte indienen. Denk aan de horeca, eventsector, …
De aangifte indienen kan via de applicatie “Corona Telewerkaangifte” op de portaalsite van de RSZ.
Welke informatie moet ik precies doorgeven?
Er zijn twee elementen die moeten worden doorgegeven:
- Het aantal personen die werkzaam zijn binnen de onderneming
- Het aantal personen werkzaam binnen de onderneming met een niet-telewerkbare functie
Het aantal personen werkzaam binnen de onderneming
- Het totaal aantal werknemers in dienst: alle werknemers gebonden door een arbeidsovereenkomst, leerovereenkomst, statuut, … Voor flexi-werknemers wordt rekening gehouden met de raamovereenkomsten. Langdurig zieken, mensen in tijdskrediet en medewerkers met een ambulante functie (bv. koeriers) worden ook meegeteld als medewerkers.
- Uitzendkrachten en gedetacheerden die op structurele basis actief zijn binnen de onderneming: de werknemer moet hierbij een maand werkzaam zijn bij de onderneming om te kunnen spreken over een “structurele basis”. Indien de werknemer tijdens de maand werkzaam is bij verschillende ondernemingen, moet hij/zij door de eigen werkgever worden aangegeven.
- Personen op zelfstandige basis: denk aan meewerkende echtgeno(o)t(e), consultants, bedrijfsleiders, vennoten, … Dit is een vereiste van de RSZ, maar heeft geen enkele wettelijke basis. De wettekst (artikel 2, §1, 4° lid van het MB) heeft het namelijk enkel over werknemers.
Indien iemand wordt aangeworven/ontslagen in de loop van de maand, dient de aangifte voor die maand niet te worden aangepast.
Het aantal personen werkzaam binnen de onderneming met een niet-telewerkbare functie
Niet-telewerkbare functie = elke functie die van nature ter plaatse moet worden uitgevoerd.
Enkele voorbeelden: arbeiders, technisch bedienden, onthaalpersoneel, keukenpersoneel, schoonmaakpersoneel, administratief medewerkers die hun opdrachten niet van thuis uit kunnen uitvoeren, ambulante functie zoals inspecteurs, koeriers, thuiszorg, …
Het aantal personen met een niet-telewerkbare functie moet per vestigingseenheid doorgegeven worden en dit op basis van de situatie op de eerste werkdag van de maand.
Ondernemingen met meer dan 20 vestigingseenheden kunnen de nodige informatie indienen via een gestructureerd Excel bestand.
Personen die uitzonderlijk aanwezig zijn in het bedrijf en dit kunnen verantwoorden, moeten niet opgenomen worden in de lijst. Bijvoorbeeld voor een evaluatiegesprek, maar dit geldt ook voor directieleden en werknemers die behoren tot het lijnmanagement (ploegbazen, teamchefs, …)
Voor uitzendkrachten en zelfstandigen die structureel aanwezig zijn moet dit wél doorgegeven worden.
Welke sancties zijn mogelijk?
De sociale inspecteurs voeren controles uit in het werkveld. Werkgevers die geen aangifte doen, zullen zich hiervoor moeten verantwoorden.
Op basis van het Sociaal Strafwetboek hebben de sociale inspectiediensten de bevoegdheid om toe zien op de naleving van coronamaatregelen en indien nodig te bestraffen met sancties van niveau 2.
Sancties van niveau 2 bestaan uit strafrechtelijke geldboeten van € 200 tot € 2.000, eventueel te vervangen door een administratieve geldboete van € 400 tot € 4.000. De boete kan vermenigvuldigd worden met het aantal werknemers waarvoor de inbreuk werd vastgesteld.
Wens je meer informatie over dit onderwerp? Aarzel dan niet om ons te contacteren! Onze experts staan voor je klaar!
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens