- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
De onroerende voorheffing in het Vlaamse Gewest: wat moet u weten?
Gepost op 23 augustus 2024 in Fiscaliteit
De onroerende voorheffing, in de volksmond ook wel bekend als de ‘grondbelasting’, is een jaarlijkse gewestelijke belasting op onroerende goederen. Hieronder vallen gronden, gebouwen en sommige soorten van bedrijfsuitrusting (‘materieel en outillage’).
- De onroerende voorheffing wordt berekend op basis van het kadastraal inkomen.
- De onroerende voorheffing is verschuldigd door de eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van een onroerend goed.
- In sommige gevallen gelden verminderde tarieven of kan een vrijstelling aangevraagd worden.
Hoe wordt de onroerende voorheffing berekend?
De onroerende voorheffing wordt berekend op basis van het jaarlijks geïndexeerde kadastraal inkomen (hierna: KI). Het KI is een fictief huurinkomen dat aan elk onroerend goed wordt toegekend, ook al wordt het niet verhuurd. Het wordt ook jaarlijks geïndexeerd.
De aanslag in de onroerende voorheffing wordt elk jaar onder de vorm van een bepaald percentage van dit KI gevestigd. De onroerende voorheffing bestaat uit 3 delen:
- de basisheffing voor het Vlaamse gewest;
- opcentiemen voor de provincie (op de basisheffing);
- opcentiemen voor de gemeente (op de basisheffing).
In het Vlaamse Gewest is het basistarief voor alle onroerende goederen 3,97%. Hoe hoog de opcentiemen zijn, wordt jaarlijks door elke gemeente en elke provincie zelf bepaald.
Anders dan bij de personenbelasting valt bij de onroerende voorheffing het aanslagjaar samen met het kalenderjaar. De onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2024 wordt met andere woorden berekend op het kadastraal inkomen van 2024.
Indien het kadastraal inkomen in de loop van het jaar wijzigt (vb. door renovatiewerken), zal dit pas gevolgen hebben voor de onroerende voorheffing van het volgende jaar. De onroerende voorheffing van nieuw gebouwd onroerend goed wordt ook pas voor het eerst aangerekend in het jaar dat volgt op de ingebruikname.
Wie zelf een simulatie wenst te maken van zijn onroerende voorheffing, kan hiervoor terecht op de website van de Vlaamse Belastingdienst.
Wie betaalt de onroerende voorheffing?
De persoon die op 1 januari van het aanslagjaar (dat zoals hierboven beschreven samenvalt met het kalenderjaar) eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van een onroerend goed, dient de onroerende voorheffing te betalen. De onroerende voorheffing wordt door de belastingplichtige betaald voor de volledige periode van 1 januari tot en met 31 december van het aanslagjaar. Wanneer hij/zij in de loop van dit jaar zijn eigendom verkoopt, verandert dit dus niets aan de onroerende voorheffing: de fiscus splitst de onroerende voorheffing niet op tussen verkoper en koper. Dit kan eventueel wel onderling geregeld worden in de verkoopovereenkomst.
De belastingplichtige ontvangt elk jaar een aanslagbiljet. De overgrote meerderheid van de aanslagbiljetten wordt verzonden tussen eind april en eind december.
Bij huurwoningen is de onroerende voorheffing steeds ten laste van de verhuurder. Enkel bij handelshuurovereenkomsten of huurovereenkomsten van gemene huur (vb. tweede verblijf, garage, kantoorgebouw etc.) kan de onroerende voorheffing ten laste gelegd worden van de huurder, indien dit uitdrukkelijk wordt opgenomen in de huurovereenkomst. Het aanslagbiljet zal hier ook wel nog steeds op naam van de verhuurder staan, die dit dan op zijn beurt dient door te rekenen aan zijn huurder.
Verminderde tarieven
In sommige gevallen heeft de belastingplichtige recht op vermindering van de onroerende voorheffing:
- Energiezuinige woningen.
- Kinderen ten laste.
- Een bescheiden woning.
- Improductiviteit van het onroerend goed.
- Handicap van diegene die zijn/haar domicilie heeft op het betreffende onroerend goed.
- ...
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens