- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
Wederopbouwreserve voor vennootschappen: nieuwe steunmaatregel in het kader van de coronacrisis
Gepost op 29 januari 2021 in Fiscaliteit
Gezien de nefaste impact van de coronacrisis op vele ondernemingen, heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 12 november 2020 een aantal fiscale steunmaatregelen in het leven geroepen die de liquiditeit en solvabiliteit van deze ondernemingen moeten bevorderen. Een van deze maatregelen laat vennootschappen toe om het eigen vermogen over de loop van enkele jaren fiscaal voordelig te herstellen: de wederopbouwreserve.
- De wederopbouwreserve heeft als doel het eigen vermogen van vennootschappen te versterken door toekomstige winsten in het bedrijf te houden. Dit om de geleden verliezen te compenseren.
- Om aanspraak te maken op deze nieuwe maatregel, moeten de ondernemingen aan een aantal voorwaarden voldoen.
Wat is de wederopbouwreserve?
Dit nieuwe stelsel stelt vennootschappen in de mogelijkheid om toekomstige winsten fiscaal vrij te stellen door deze winsten te boeken op een vrijgestelde wederopbouwreserve. De wederopbouwreserve is immers belastingvrij en zal aangelegd kunnen worden op het einde van het boekjaar met betrekking tot de aanslagjaren 2022, 2023 en 2024. Het maximumbedrag van deze reserve is beperkt tot het bedrijfsverlies op de afsluitdatum van het boekjaar in 2020, met een absoluut maximum van 20 miljoen euro. Voor vennootschappen die hun boekjaar afsluiten tussen 1 januari 2020 en 31 juli 2020, geldt de afsluitdatum van boekjaar 2021.
Op deze manier kunnen vennootschappen hun winsten op een fiscaal voordelige manier binnen de vennootschap houden en aldus het eigen vermogen terugbrengen naar het niveau van voor de coronacrisis.
Wie komt in aanmerking?
Wie aanspraak wil maken op deze steunmaatregel moet aan twee belangrijke voorwaarden voldoen.
Zo moeten de vennootschappen zorgen voor een behoud van het tewerkstellingspeil: wanneer de personeelskost onder een bepaald peil zakt, wordt het fiscaal voordeel verminderd en wordt een deel van de wederopbouwreserve belastbaar. Indien een onderneming in haar resultatenrekening onder de post 620 “Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen” een bedrag opneemt lager dan 85% van het bedrag op afsluitdatum van het boekjaar 2019, komt ze niet in aanmerking voor de wederopbouwreserve.
Daarnaast moet het eigen vermogen behouden worden en moet de vennootschap voldoen aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde: de wederopbouwreserve moet op een afzonderlijke rekening van het passief geboekt worden en ook blijven. Bij aantasting hiervan zal er alsnog vennootschapsbelasting verschuldigd zijn. Vennootschappen die tussen 12 maart 2020 en de dag van de indiening van de aangifte verbonden aan het aanslagjaar waarin de wederopbouwreserve wordt aangelegd, een kapitaalvermindering, een inkoop van eigen aandelen verrichten of dividenden uitkeren of toekennen, komen dus niet in aanmerking.
Verder worden vennootschappen die banden hebben met belastingparadijzen of een positief bedrijfsresultaat hebben op de afsluitdatum van boekjaar 2020, uitgesloten van deze regeling. Ook vennootschappen die op 18 maart 2020 reeds als onderneming in moeilijkheden erkend werden, kunnen niet van deze maatregel genieten.
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens