- Investeert voortdurend in kennis
- Pro-activiteit
- Een persoonlijke service
- Pragmatisch & Dynamisch
- Uw boekhouding online
Interesse?
Contacteer ons vrijblijvend via onze contact- pagina of telefonisch via 055/30.14.41
Bestuurders-rechtspersonen en btw-aangifte: een opfrissing en een update
Gepost op 25 juli 2016 in Fiscaliteit
We stonden al eerder stil bij de nieuwe regeling die bestuurders-rechtspersonen aan btw onderwerpt. Op 1 juni 2016 is de regeling dan toch in werking getreden. De btw-aangifte ziet er opeens helemaal anders uit. Om mogelijke misverstanden te vermijden, frissen we de regels nog eens op en leggen we de laatste updates uit.
Algemeen: onderworpenheid aan btw vanaf 1 juni 2016
Op 1 juni 2016 verviel definitief de administratieve tolerantie die het voor bestuurders-rechtspersonen mogelijk maakte om te kiezen geen btw toe te passen.
De regeling is vanaf nu dus:
- bestuurders-natuurlijke personen rekenen geen btw aan;
- bestuurders-rechtspersonen rekenen btw aan voor hun bestuursdiensten.
Toch zijn er nog enkele vragen, waarop we graag een antwoord geven.
Vraag 1: wat als de bestuurder een kleine onderneming is?
Een kleine onderneming heeft een omzet van minder dan 25.000 euro. Een kleine onderneming is vrijgesteld en mag zelf zijn betaalde btw ook niet aftrekken. Dat is vooral een administratieve vereenvoudiging: een kleine onderneming moet geen btw aanrekenen en geen periodieke btw-aangifte doen.
Een kleine onderneming kan ook een bestuurder-rechtspersoon zijn. In dat geval rijst wel de vraag hoe moet worden bepaald of de bestuurder-rechtspersoon de drempel al dan niet overschreed. Enkele vrijgestelde handelingen worden niet meegenomen in de berekening van de drempel, als ze het karakter hebben van een bijkomende handeling, bijvoorbeeld verzekeringsdiensten, financiële verrichtingen en handelingen met betrekking tot onroerende goederen.
Voorbeeld
Een bestuurder-rechtspersoon verricht bestuurdersdiensten waarmee hij 20.000 euro omzet behaalt en andere diensten met een omzet van 15.000 euro:
- de andere diensten zijn vrijgesteld en hebben een bijkomend karakter, bijvoorbeeld verzekeringsactiviteiten: de 15.000 euro moet niet worden meegeteld. De omzet waarmee rekening wordt gehouden is 20.000 euro = de drempel is niet overschreden. De bestuurder blijft een kleine onderneming;
- de andere diensten zijn aan btw onderworpen, bijvoorbeeld intellectuele diensten: de totale omzet bedraagt 35.000 euro = de drempel is overschreden. De bestuurder is geen kleine onderneming meer.
Vraag 2: wat als de bestuurder nog andere diensten levert?
Wat als een bestuurder naast zijn bestuurdershandelingen ook nog andere diensten levert?
- Zijn deze diensten ook onderworpen aan btw, dan verandert er niets: alle diensten van de rechtspersoon zijn dan onderworpen aan btw.
- Zijn de andere diensten vrijgesteld van btw, bijvoorbeeld verhuur onroerend goed, dan wordt hij een gemengde belastingplichtige: zijn recht op aftrek zal dus worden beperkt.
Het is dan ook belangrijk om te weten welke diensten van de rechtspersoon wel en welke niet worden onderworpen aan btw. Daarom moet er een opsplitsing gebeuren tussen de bestuurdershandelingen en de eventuele andere diensten. De belastingplichtige moet dat zelf doen. Gebeurt dat niet, dan zal de fiscus minstens 25 procent van de ontvangen vergoedingen beschouwen als aan btw onderworpen bestuurdersvergoedingen. Opgelet: dit betekent niet dat dit een forfait is waar u recht op hebt, het is enkel het absolute minimum dat de fiscus zal hanteren als u zelf geen opdeling doet.
Vraag 3: wat met de historische btw?
Toen men notarissen, deurwaarders en advocaten voor het eerst onderwierp aan btw, mochten zij (een deel van) de btw die ze eerder niet hadden kunnen aftrekken, alsnog aftrekken door een herziening te doen.
Voor bestuurders-rechtspersonen die voor het eerst een btw-aangifte moeten doen, is deze regel niet van toepassing. Btw die zij in het verleden betaalden en toen niet konden aftrekken, blijft onaftrekbaar. Een herziening is niet toegestaan.
Vraag 4: wat met diensten tot 31 mei 2016?
Enkel de bestuurdersdiensten waarvan het moment van opeisbaarheid van de btw gebeurt vanaf 1 juni 2016 zijn onderworpen aan btw.
De tantième is een bijzonder geval. Men beschouwt deze ook als een bestuurdersvergoeding. Bijzonder is dat men de vergoeding meestal pas later uitkeert, namelijk wanneer de algemene vergadering van de vennootschap de beslissing heeft genomen tot uitkering. Beslist de algemene vergadering dus na 1 juni 2016 om tantièmes toe te kennen, dan is de btw verschuldigd, ook al slaat die tantième (gedeeltelijk) op prestaties die werden geleverd voor die datum.
Wenst u meer informatie over uw btw-aangifte, dan kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen.