- L'investissement permanente dans la formation et la connaissance
- Proactivité
- Service personnel
- Pragmatique et dynamique
- Votre comptabilité online
Intéressé?
Wat moet u als bedrijfsleider weten over het regeerakkoord?
Postée le 21 février 2025 in Fiscaliteit
Het uitgebreid regeerakkoord van onze nieuwe regering bevat ook een aantal belangrijke fiscale wijzigingen voor kmo's en hun bedrijfsleiders.
Volgende geplande wijzigingen trekken de aandacht:
- Aangepaste regels met betrekking tot dividenduitkeringen aan het verlaagd tarief roerende voorheffing
- Hogere jaarlijkse bezoldiging om van het verlaagd tarief vennootschapsbelasting te kunnen genieten
- Versoepeling van de aftrek autokosten voor hybride voertuigen
- Het verder fiscaal stimuleren van “groene” investeringen
- Een solidariteitsbijdrage op verwezenlijkte meerwaarden op financiële vaste activa
Dividenden
Momenteel bestaan er twee stelsels om dividenden aan een verlaagd tarief roerende voorheffing uit te keren, namelijk liquidatiereserves en VVPRbis-dividenden. Bij de winstverdeling kan u opteren om een liquidatiereserve aan te leggen die bij ontbinding ertoe leidt dat die winsten niet onderworpen zijn aan 30% roerende voorheffing. Bij aanleg betaalt u 10% samen met de vennootschapsbelasting. Daaraan zal niets wijzigen. De aldus aangelegde liquidatiereserves kunnen ook als dividenden uitgekeerd worden mits een termijn van vijf jaar is verstreken. Bij uitkering na minstens vijf jaar is een roerende voorheffing van 5% verschuldigd. De wachttermijn voor de liquidatiereserve wordt verlaagd van 5 naar 3 jaar. Het tarief van 5% roerende voorheffing wordt wel opgetrokken tot 6,5% voor vanaf 1 januari 2026 aangelegde liquidatiereserves. Op die manier stijgt het effectieve tarief van de liquidatiereserve van 13,64% naar 15%, hetzelfde als bij de VVPRbis. Uitkeringen binnen de 3 jaar worden wel belast aan het normale 30%-tarief in roerende voorheffing, zowel bij de liquidatiereserves als de VVPRbis-dividenden.
Voor het overige blijft de VVPRbis regeling ongewijzigd.
Het gewone tarief van de roerende voorheffing blijft onveranderd 30%.
Minimale bezoldiging
Eén van de voorwaarden om van het verlaagd tarief (20%) in de vennootschapsbelasting te genieten is dat de bedrijfsleider een bezoldiging van minimaal 45.000 euro ontvangt. Dit bedrag zal in de toekomst opgetrokken worden naar 50.000 euro. Momenteel maakt het niet uit hoe uw bezoldiging is samengesteld.
In de toekomst zullen de voordelen van alle aard (gsm, pc, wagen, gratis woonst, gratis lening) ten hoogste 20% van het bruto jaarloon bedragen.
Vertraagde afbouw aftrek autokosten voor (plug-in) hybridewagens
Voor alle tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 gekochte hybridewagens is vanaf belastbaar tijdperk 2025 de versnelde aftrekbeperking effectief in werking getreden. De aftrek zou in 2025 nog maximaal 75% bedragen en maximaal 50 % in 2026. Het regeerakkoord voorziet nu in een vertraagde afbouw die uitrolt tot in 2029. In de kalenderjaren 2026 en 2027 blijven deze wagens maximaal 75% aftrekbaar, in 2028 daalt het naar maximaal 67,5% en naar 57,5% in 2029.
De brandstofprijzen blijven tot 31 december 2027 aftrekbaar aan 50%.
Nieuwe stimulansen voor investeringen
Het regeerakkoord voorziet in een verdere versoepeling van de investeringsaftrek en onbeperkte overdracht in de tijd van saldi. Tevens wil men het stelsel van de degressieve afschrijvingen (dus afschrijvingen aan verhoogde annuïteit) terug invoeren.
Solidariteitsbijdrage op verwezenlijkte meerwaarden op financiële vaste activa
De vooropgestelde solidariteitsbijdrage zou betrekking op alle verwezenlijkte meerwaarden op financiële vaste activa, inclusief cryptomunten. Historische meerwaarden blijven buiten schot. Minderwaarden zouden aftrekbaar worden.
Het tarief verschilt naargelang we te maken hebben met een aanmerkelijk belang deelnemingen van meer of minder dan 20 %. Indien het een deelneming van minder dan 20 % betreft is het tarief steeds 10 %. Er is dan een voetvrijstelling van 10.000 euro om de kleine beleggers niet te treffen. Bij deelnemingen van minstens 20 % is de eerste schijf van 1.000.000 euro vrijgesteld. Vervolgens zal een gradueel tarief toegepast worden als volgt:
- Een meerwaarde tussen 1 miljoen en 2,5 miljoen EUR zal belast worden aan 1,25%
- Een meerwaarde tussen 2,5 en 5 miljoen EUR zal belast worden aan 2,5%
- Een meerwaarde tussen 5 en 10 miljoen EUR zal belast worden aan 5%
- Een meerwaarde vanaf 10 miljoen EUR zal belast worden aan 10%
Momenteel zijn er nog vele vragen hoe één en ander zal worden geformuleerd. Naar alle waarschijnlijkheid zal een overgangsregeling moeten uitgewerkt worden, zoniet is de kans groot dat de toetsing aan het gelijkheidsbeginsel tot grote problemen zal leiden.
Al deze maatregelen moeten uiteraard nog uitgeschreven worden in wetteksten de komende maanden. Wij houden u uiteraard op de hoogte.
© CERTIFISC – Auteur: Jorn Peyskens