Vennootschapsbelasting: ondernemingen worden fiscaal transparanter

In de jaren ‘70 werd het oprichten van een vennootschap fiscaal interessant. De persoonlijke aansprakelijkheid werd beperkt. Een groot aantal handelaars en aannemers werd aangetrokken door de voordelige vennootschapsbelasting van 48 procent. Voorheen konden de tarieven van de personenbelasting oplopen tot 72 procent. Tien jaar later werd de vennootschap ook door de vrije beroepen ontdekt. Maar een instructie van 2 augustus 1984 gaf controleurs de opdracht om zulke constructies te bestrijden. Nog eens 10 jaar later gaf de fiscus die strijd alweer op. Intussen maakte de wet van 14 juli 1987 de eenhoofdige bvba mogelijk, met andere woorden: iedereen kon een bvba oprichten. Dit leidde tot een grote toename van het aantal bvba’s.

Vanaf 1990 werd de vennootschap fiscaal nog interessanter, en dit dankzij de afschaffing van de bijzondere liquidatiebelasting. De fiscale rekening van een failliete onderneming veranderde van erg nadelig naar heel voordelig. Nooit eerder werd ondernemen zo gepromoot: het Internet en de professionele literatuur stonden vol aanmoedigingen om een managementvennootschap op te richten. Onder minister van Financiën Didier Reynders werd het gat alleen nog groter, doordat ook de persoonlijke meerwaarde na de verkoop van een vennootschap belastingvrij werd. Men denkt er nu aan die meerwaardebelasting weer in te voeren, al is het toepasselijk artikel eigenlijk nooit afgeschaft. Rulings en andere constructies stelden het wel zo goed als buiten werking, terwijl het juist de bedoeling was om de gaten in het systeem te dichten. Jarenlang was het voor de belastingdiensten dweilen met de kraan open.

Het is dus uitkijken naar de hervorming van de vennootschapsbelasting, waardoor vennootschappen fiscaal transparanter worden. Een hervormde vennootschapsbelasting van 20 procent betekent voor kleine ondernemingen een vermindering van 33,99 naar 20 procent, en voor grote bedrijven een verhoging van 0 naar 20 procent. Om een nieuw verschil tussen de vennootschapsbelasting en de personenbelasting te vermijden, kondigde minister van Financiën Johan Van Overtveldt aan dat een vennoot van een kleine onderneming verplicht is om minimaal 40.000 euro aan te geven in de personenbelasting.

Wenst u meer informatie over dit onderwerp of over de vennootschapsbelasting in het algemeen, aarzel dan niet om ons te contacteren.