- L'investissement permanente dans la formation et la connaissance
- Proactivité
- Service personnel
- Pragmatique et dynamique
- Votre comptabilité online
Intéressé?
Hervorming vennootschapsbelasting: snellere daling voor kleine ondernemingen
Postée le 5 septembre 2016 in Fiscaliteit
Minister van Financiën Johan Van Overtveldt richt zich met zijn hervorming van de vennootschapsbelasting op een snellere tariefdaling voor de kleine ondernemingen. Het is de bedoeling dat het huidige nominale tarief geleidelijk daalt van 34 naar 20 % in 2020. Die daling zou voor kleine vennootschappen sneller gebeuren voor de eerste schijf belastbare basis van 50.000 euro.
De minister kreeg bij de vorige begrotingscontrole de opdracht om een voorstel voor de hervorming van de vennootschapsbelasting uit te denken. Belangrijke voorwaarde was dat die zou gebeuren binnen een budgettair neutraal kader. Er is sprake van een buffer van 260 miljoen euro in 2017, 33 miljoen euro in 2018 en 112,5 miljoen euro in 2019. Daarbij werd geen rekening gehouden met terugverdieneffecten.
Van Overtveldt wil het nominale tarief fors terugschroeven, maar tegelijkertijd ook een einde maken aan de meeste aftrekposten. Zonder een dergelijke hervorming zou de vennootschapsbelasting nog steeds bijna 34 % bedragen, maar zonder aftrekposten. Die komen immers meer en meer in het vizier van internationale instellingen. Denk maar aan de excess profit ruling, maar ook bijvoorbeeld aan de notionele intrestaftrek. Op termijn zou dus het merendeel van de fiscale gunstmaatregelen verdwijnen, al wil de minister 3 categorieën behouden. Zo worden de stimuli voor starters, die vorig jaar van kracht gingen, uitgebreid met onder meer de bijkomende tewerkstelling en ondersteuning van de autofinanciering van de investeringen. Bovendien komt er een belastingvermindering voor de aanwerving van een pas afgestudeerde, een 55-plusser of een werkloze van 35 % van het loon, en dat gedurende 5 jaar na de aanwerving.
Het is de bedoeling om te komen tot een eenvoudiger systeem met meer rechtszekerheid, om zo de rechtvaardigheid tussen grote ondernemingen en kmo's te herstellen. Het tarief zou afnemen tot 27 % in 2017, 24 % in 2018 en dus 20 % in 2019. Voor kleine ondernemingen komt er een snellere daling. Zij kunnen nu al genieten van een verlaagd tarief van 25 % op hun eerste schijf belastbare basis van 25.000 euro. Dat wordt nu 50.000 euro. Bovendien neemt het tarief af tot 22 % in 2017 en al in 2018 tot 20 %.
Minister Van Overtveldt werkt bij de aanwending van de financieringsbronnen in 3 fases, waarvan de laatste is voorzien voor 2019, wanneer de huidige legislatuur afloopt. Hij wil volgend jaar al starten met de afschaffing van de overwinstregeling en het afbouwen van de notionele intrestaftrek. In 2018 wil de hij werk maken van een beperking van de intrestaftrek van vreemd vermogen. Die maatregel is ook opgenomen in een Europese richtlijn tegen belastingontwijking door bedrijven, maar is pas voorzien voor 2023 of 2024. Dan zou degressief afschrijven ook verdwijnen, net als dat er aanpassingen komen aan een reeks vrijstellingen.
In de derde fase mikt Van Overtveldt op maatregelen om bijkomende vervennootschappelijking te voorkomen, waarbij men een onderneming zou oprichten om louter fiscale redenen. Daarbij wordt gedacht aan een verplichting waarbij bepaalde personen in het bedrijf een minimaal vereiste bezoldiging moeten uitbetalen dat onderworpen is aan sociale bijdragen en wordt belast in de personenbelasting. Andere maatregelen zijn de hervorming van de verworpen uitgaven en het afschaffen van de investeringsaftrek.
Wenst u meer informatie over dit onderwerp of over de vennootschapsbelasting in het algemeen, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.